over naamgeving

In programmeren leer je: names matter. Vaak is die constatering een excuus om de volgende bon mot aan te halen:

There are only two hard things in Computer Science: cache invalidation and naming things.

— Phil Karlton (via: Martin Fowler: TwoHardThings)

Hoe je iets noemt, doet ertoe. In journalistiek zal dat ook gelden. In schrijven, fictie zowel als non-fictie, is het misschien nog wel belangrijker. Iets benoemen – een handeling, een gevoel, een indruk, een personage, een voorval – prikt het vast; het bepaalt wat het kan zijn, sluit uit wat het niet kan zien. Iemand botst op je, iemand struikelt tegen je, iemand werpt zich op je. Op het oog niet van elkaar te onderscheiden. Hoe je het noemt associeert opzet, of juist niet, gretigheid, of gêne.

Hoe noem ik de categorieën waarin ik items schrijf? De eerste twee berichten (is berichten een goede naam voor de items die ik hier schrijf? Het is in elk geval de naam die het platform WordPress eraan geeft) zijn non-fictie. Ik durf ze niet zo goed ‘mini-essays’ te noemen. Te hoogdravend. Of ‘reflectie’. Pedant. ‘Column’? Platgetreden, daar wil je niet bij horen.
Wat op zich ook weer pedant is.

Zie ook: over metadata.


in